Wie Speelt die Wint – verslag van een conferentie

leren met spellen

De Vives Hogeschool in Brugge herbergt Het Spellenarchief, een schatkamer voor iedere spellenliefhebber. Maar ook een schatkamer voor iedereen die zich wil oriënteren op spellen als educatief materiaal. Heel veel van de 20.000 titels zijn namelijk in te zien (en te spelen).

Op 16 mei organiseerde de Vives Hogeschool de conferentie Wie Speelt die Wint. Ik was erbij (zie je me lopen hier rechtsonder?). Het was een enorm inspirerende dag! Ik deel in deze blog graag met jullie wat ik er heb gezien en gehoord. Ik volgde verschillende workshops en bezocht een spellenmarkt en het archief zelf.


1. Communicatie is een complex samenspel van taal en cognitie

Veel spellen lokken taal en communicatie uit. In coöperatieve spellen moet je meestal wel met elkaar praten om te overleggen hoe je samenwerkt tegen het bord. Maar bij al die spellen is taal een middel en geen doel. Bij de eerste workshop die ik volgde, staat communicatie wél centraal. Bij het spel Praat je weg is taal en communicatie namelijk doel van het spel.

Praat je weg is ontstaan als spel voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Een klinisch psychologe en logopediste die samen communicatiegroepen met deze patiënten begeleidden, voegden hun oefeningen samen en die vormden de basis voor dit spel.

Het spelprincipe is dat van ganzenbord. De spelers lopen via de vakjes langs gebouwen en krijgen daar opdrachten. De opdrachten zijn gericht op verschillende aspecten van communicatie, zoals:

woordvlotheid, emoties herkennen, tegenstrijdigheden in taal ontdekken en gepast reageren

Elk gebouw bevat eenvoudige en moeilijkere opdrachten. Voor ieder goed antwoord, krijgt de speler een fiche voor op de spelerskaart. Is je kaart vol dan heb je gewonnen.

Het doel van dit spel is echter niet primair gericht op winnen of verliezen. Het is erop gericht situaties rond communicatie te oefenen en te bespreken. Daarom vraagt dit spel een een spelleider. De spelleider schat in of een speler een moeilijke of makkelijke vraag krijgt, maar stimuleert ook andere spelers mee te denken of te reageren.

Ook een-op-een kan dit spel gespeeld worden. Het spelbord bestaat uit losse componenten en je maakt het groter of kleiner, naar gelang de grootte van je groep en de uitdaging die je wilt bieden.

Ik heb het spel met drie andere deelnemers gespeeld en we hebben er veel plezier mee gehad. Ook voor ons zaten er soms pittige opdrachten bij (geef vijf woorden die eindigen op een l). Verder is het spel mooi en degelijk gemaakt, de opdrachten zijn leuk en afwisselend. Doordat het zo talig is, valt het wel op dat het Vlaamse makelij is. Situaties, zinsconstructies en woorden wijken soms wat af van het Nederlands aan de andere kant van de grens. Laat dat je zeker niet weerhouden het spel te kopen! Als gespreksleider kan je namelijk ook daar een rol spelen als vertaler. Bovendien: omdat de spelleider de kaartjes beheert, staat het je vrij om extra opdrachten binnen de categorieën te maken.

Het spel kost € 175 en is te bestellen via de site van revalidatiecampus St.-Ursula (onderdeel van het Jessa Ziekenhuis)


2. STEM: stimuleren van creatief denken met spellen

Dat zeg ik! Door bordspellen oefen je heel veel vaardigheden die handig zijn voor nu en later. Bijvoorbeeld vaardigheden die je inzet voor Science, Technology, Engineering en Mathematics kortweg: STEM.

Een heel praktische workshop waarin verschillende spellen op tafel kwamen die creatief denken stimuleren, maar ook:

ruimtelijk inzicht, deductie, samenwerken, nog meer ruimtelijk inzicht

Ben je een beetje thuis in inpakken dan is Gepakt en Gezakt een makkie, maar ben je dat niet (zoals ik) dan is het zweten! De dobbelstenen bepalen vooraf hoeveel stokjes van elke kleur er in de vrachtwagen moeten. Dan is er nog een rondje ruilen en (af)pakken van vrachtwagens en dan gaat het erom je stokjes zo snel mogelijk in te laden. Maar op een vrachtwagen met het cijfer 1 mag maar 1 laag. Een vrachtwagen met 2 mag dus 2 lagen. Alle ruimte die je tekort komt of over hebt, zorgt voor strafpunten.

Wat mij bij dit spelletje parten speelde was dat het niet alleen om ruimtelijk inzicht ging, maar ook om snelheid. Nadat je namelijk alle stokjes voor je hebt liggen, moet je heel snel een vrachtwagen bij een andere speler wegpakken.

Puzzelen, vergelijken, afwegen, de ander pesten en een race tegen de klok….

Dat is een combinatie die in mijn hersenen voor kortsluiting zorgt. Een beetje te veel van het goede. Voor mij zou dit puzzelspel leuker zijn als ik het zonder tijdslimiet mag doen.

Met de Da Vinci Code oefen je met twee tot vier personen deductie. Het spel is eenvoudig van opzet, maar niet eenvoudig om te winnen. Er zijn zwarte en witte stenen waarop de getallen 1 t/m 11 staan. Iedere speler krijgt een aantal steentjes en zet die in een rij van laag naar hoog voor zich neer.

Een beurt bestaat uit een steen pakken en een getal bij een van je medespelers duiden: ‘Is dat een 8?’ Klopt het dan moet de 8 neergelegd worden, voor iedereen zichtbaar. Klopt het niet, dan leg je de steen die jij zojuist pakte open in jouw rij.

Door logisch na te denken en gegevens te combineren voorspel je de getallenrij van je tegenspelers

In Tridio, het derde spel, komen alfa en bèta samen. Door samen te werken, maken de spelers een driedimensionaal blokkenvlak op het spelbord.

Vooraf pakt ieder een kaartje van haar eigen kleur. Wél allemaal hetzelfde getal. Dan mag iedere speler om de beurt een blok in het veld brengen of een blok verplaatsen of draaien.

Dit spel is echt een breinbreker omdat zowel de kleuren van de vlakken, de vorm van de figuur en de positie op het veld overeen moeten komen met je opdrachtenkaart. Een online zoektocht leverde mij geen hits op voor dit spel. Mocht je geïnteresseerd zijn, neem dan contact op met Het Spellenarchief om het materiaal te bekijken.


3. Spellenmarkt

De hele dag was er zowel op de eerste als op de tweede verdieping van het gebouw een spellenmarkt. Nieuw voor mij waren de vele spellen voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Sommige spellen zijn ontwikkeld als gezelschapsspel, sommige in eerste instantie als hulpmiddel door coaches of hulpverleners.

Ook vond ik bij de stand van De Aanstokerij een aantal heel leuke werkvormen voor gesprekken over ‘moeilijke’ onderwerpen in de klas en materiaal om gesprekken te starten. Bijvoorbeeld Spic & Span, een emmer met 25 propere gespreksmethoden.


4. Het Spellenarchief

Ter afsluiting van de dag gaf Piet Notebaert, grondlegger van het spellenarchief, een rondleiding.

Het Spellenarchief herbergt met 20.000 titels niet alleen een schat aan educatief, maar ook aan historisch materiaal.

Het archief is opgedeeld in twee ruimtes: een open gedeelte waar het materiaal staat om in te kijken en uit te proberen en een gesloten gedeelte waar in opslag oudere titels liggen. In het archief liggen spellen en spellenbladen uit de 18de eeuw die nu onderzocht worden door de Historische Kring Gent.

Ook is er een kleine bibliotheek met literatuur over spellen, onderzoeken naar spellen en tijdschriften over het onderwerp. Het spellenarchief is vrij toegankelijk op woensdag-, donderdag- en vrijdagmiddagen van 13.30 uur tot 17.00 uur (vrijdag tot 16.00 uur). Wil je een afspraak maken met een van de medewerkers of wil je het archief tijdens de examenperiodes bezoeken, neem dan vooraf contact op.

Voor als je alvast een rondleiding wilt, ik heb een kort filmpje gemaakt:

Overigens biedt Het Spellenarchief ook een online database waarin de basisgegevens van alle spellen staan die in het archief staan. Ook vind je er een korte recensie en een beoordeling van de spellen.


Een dag vol informatie over en inspiratie voor de toepassing van spellen in het onderwijs!

En natuurlijk blijven spellen ook nog gewoon leuk door het plezier waar ze voor zorgen. Ik kocht een aantal tweedehands spellen van het archief. Eentje over de prehistorie en ik vond deze pion in de doos. Daar kan je toch alleen maar om grinniken.

Dit artikel delen: