Welke kleur heeft internet?

Hoe was het?
>Ja, oké.
Wat heb je gedaan?
>Wat dingen.
Wie heb je gesproken?
>Een paar mensen.
Hoe voel je je?
>Goed.
Is er nog iets leuks gebeurd?
>Mwah.
Wil je wat eten?
>Ja.

Dit is zo’n beetje het maximale dat ik op een gewone dag uit mijn zoon krijg. En dan is hij nog niet eens aan het puberen!

Misschien dat ik daarom zo enthousiast ben over het spelletje dat ik deze vakantie in Duitsland kocht.

In Farben associëren de spelers een kleur met een woord en ontstaan de verhalen vanzelf.

Het concept van Farben (kleuren) is heel erg eenvoudig: iedere speler krijgt een set met een aantal kleuren. In een speelbeurt wordt een woord omgedraaid en iedereen bedenkt welke kleur voor hem/haar het beste bij die kaart past. Het kan zijn dat dat een gevoel is of dat je er als speler een concreet verhaal bij hebt. Alles is goed.

Iedere speler krijgt 12 kaarten.

Heb je je verhaal verteld? Dan leg je je kaart gesloten onder het woord. Aan het eind van de beurt leg je het stapeltje kaarten even opzij. Dat betekent dus ook dat je de kleur die je gespeeld hebt, kwijt ben. Een speler kan dus niet alles met blauw associëren ‘…want dat is mijn lievelingskleur!’

Ook heeft iedere speler een kaart waar alle kleurtjes op staan. Dat kan je inzetten voor een woord dat je met meerdere kleuren associeert of waar je zowel positieve als negatieve ervaringen mee hebt. Voor mij bijvoorbeeld internet.

Door te praten over kleuren, voer je een veel dieper gesprek.

Als een woord is omgedraaid, kiezen de spelers tegelijkertijd een kaart en leggen die gesloten voor zich neer. Dan draait de eerste speler haar kaart om en vertelt haar verhaal, vervolgens doet de tweede speler dat ook en zo maak je het rondje af. In totaal kan je dit spel met vijf spelers spelen.

Kleurtjes in een witte verpakking

Iedere speler heeft een setje met op de achterkant een uniek symbool. Zo weet je steeds precies van wie welke kaart is.

Als iemand haar verhaal heeft verteld, legt ze de kaart gesloten onder de kaart met het woord. Daarna doet de volgende speler dat ook en zo ontstaat per woord een stapeltje kaarten. Die stapeltjes leg je apart.

Een oefening in onthouden

Bij Farben is ieder verhaal belangrijk. En alles is goed. Je krijgt geen punten voor originaliteit of stijl. Pas als er 10 woorden zijn omgedraaid en de verhalen zijn verteld, komt de puntenronde. Je kan namelijk punten verdienen als je bij een woord goed hebt onthouden welke kleur je medespelers hebben neergelegd.

Het komt er dus op neer hoe goed je hebt geluisterd, hoe goed je hebt gekeken en hoe goed je het verhaal hebt onthouden. Overigens krijg je ook een punt als iemand jouw kleur goed heeft onthouden/geraden. Een extra reden dus om indruk te maken met je verhaal.

In Farben winnen dus niet alleen de beste vertellers, ook de beste luisteraars verdienen punten!

Concreet of abstract

Bij het spelmateriaal horen 59 dubbelzijdige woordkaarten. Er staan zowel concrete woorden op (internet, oma, school, vriend, eten) als abstracte (geborgenheid, ervaring, vertrouwen, risico). Per spel gebruik je 10 kaarten, de speler die aan de beurt is, bepaalt welke kant van het kaartje op tafel komt.

De woorden staan in het Engels en Duits. Voor jongere kinderen misschien wat moeilijker. Toen wij het speelden, vond zoon het geen enkel probleem. De meeste Engelse woorden kende hij en waar hij moeite mee had vertaalden we.

Vind je Engels/Duits toch te moeilijk, dan kan je zelf kaartjes maken en staat het je natuurlijk ook vrij om andere woorden te gebruiken. Bijvoorbeeld om een thema te herhalen.

Farben met 3 spelers.

Laat ze maar kletsen

Wij speelden het spel ergens in een restaurant. Het heeft ons onwijs veel gespreksstof opgeleverd. Eindelijk hoorde ik eens van mijn zoon hoe hij zich voelde toen hij na groep 4 de overstap maakte naar een andere school. Het was ook leuk om emoties bij elkaar te herkennen: we hadden alledrie rood gekozen bij schaamte (dat gebeurt vast vaker) maar in het verhaal van mijn zoon kon ik me zo herkennen! Hij had mijn verhaal. En zo was het ook tussen vader en zoon op bepaalde momenten.

Farben geeft een speelse aanleiding om eens verder te praten

Zowel thuis, in de les als bijvoorbeeld in een coachingspraktijk is dit een laagdrempelig spelletje om meer te horen over gevoelens en ervaringen. Als je wilt, stel je vragen en praat je verder. Wil je dat niet? Ook prima. Dan tel je aan het eind je punten en heb je een gezellig spelletje gespeeld.

Algemene informatie over Farben:

  • aantal spelers: 3 – 5
  • tijd: een halfuur of langer, afhankelijk van de verhalen (gebruik bij langdradige types een zandloper 😉 )
  • vanaf: 6 jaar (of zodra kinderen kunnen lezen/een kort verhaaltje kunnen vertellen)
  • prijs: ik kocht het voor € 8,- (originele prijs was € 9,95). In Nederland online alleen nog te krijgen bij SpelSpul.nl. De prijs ligt daar hoger.
  • snelregels vind je hier

Dit artikel delen:

groepinspiratie

P = Penny Papers – dobbelen met grote groepen

Wanneer kan je nou een spel spelen met een hele grote groep zoals de klas? Of er zijn te veel kinderen, of er is te weinig materiaal. Zoiets lukt daarom zelden. Maar met Penny Papers kan dat. Zelfs met 100 mensen is dit nog een leuk en makkelijk te spelen spel.

groeptaal

W = Who’s the Dude

Een partygame om flink de slappe lach van te krijgen. Je moet situaties uitbeelden, woorden raden en bent daardoor stiekem flink met taal bezig.